Wifi hulp

Met de technologie van wifi is het mogelijk om draadloos data te versturen, zoals internet. Wifi maakt hierbij gebruik van radiogolven door de lucht.
Het grote voordeel van wifi is de vrijheid om op meerdere plaatsen gebruik te maken van internet. Daarnaast kunnen bij draadloos internet verschillende gebruikers en/of apparaten direct verbinding maken met het internet.

Veiligheid van wifi

Niet iedereen kan zomaar gebruikmaken van uw draadloos netwerk, daarom is draadloos internet van Cernet standaard uitgerust met een wachtwoord. Op alle apparaten die jij draadloos wilt gebruiken moet er – eenmalig – het draadloze netwerk selecteren en daarbij het wachtwoord (ook wel netwerksleutel) invullen. De naam van het draadloze internetsignaal en het wachtwoord zijn vermeld op de onderkant van het door Cernet geleverde modem. Netwerken zonder wachtwoord zijn niet zonder gevaar.
Meer over draadloos internet instellen.

De drukte van het wifi-gebruik

Het succes van wifi heeft ook een keerzijde: alle wifi-netwerken beginnen elkaar in de weg te zitten. Want ook andere apparaten maken gebruik van dezelfde frequentie, zoals magnetrons of een babyfoon. Het gevolg is dat door deze drukte de draadloze internetverbinding traag kan worden of soms wegvalt. Op dit moment zijn er twee frequenties die voor wifi gebruikt kunnen worden.

  • De eerste en meest gebruikte is de 2.4GHz. Deze wordt door veel draadloze apparatuur gebruikt en alle mobiele devices ondersteunen de 2.4GHz.

  • De tweede frequentie is op 5GHz. Steeds meer mobiele apparaten zijn geschikt om deze frequentie ook te gebruiken. De kanalen bij de 5GHz hebben geen invloed op elkaar. Hierdoor is de drukte in de lucht beter te ontwijken.

Meer info over de beide frequenties

Obstakels voor het wifi-signaal

Waarom werkt mijn signaal niet optimaal?

Het draadloos signaal heeft last van obstakels. Dit zijn andere draadloze apparaten of storingsbronnen. Een gevolg van deze verstoringen kan zijn dat jij geen verbinding meer hebt, een langzame verbinding ervaart of dat de verbinding hapert.
Voorbeelden van obstakels voor wifi:

  • Muren van gewapend beton;
  • Muren van gewapend beton;
  • Vloeren met vloerverwarming of folie;
  • Elektriciteitskabels;
  • Magnetron;
  • Televisie / monitor;
  • Draadloos alarm en/ of camerasysteem;
  • Elektronische dimmers;
  • DECT-telefoonset;
  • Draadloze lichtschakelaars of deurbel;
  • Draadloze babyfoon (met camera);
  • Weerstations;
  • Draadloos netwerk van de buren.
Wifi-tips: ga de obstakels uit de weg

1. Plaats het modem minimaal op 1,5 meter hoogte en bij voorkeur niet in een hoek tegen de muur. Het draadloos signaal van de modem wordt dan het minst verstoord.

2. Laat het modem “vrij” staan. Zet bijv. geen telefoon, draadloze babyfoon, televisie dicht bij het modem. Alle actieve apparatuur heeft invloed op het uitzenden van het draadloze signaal.

3. Dichter bij het modem is het draadloos signaal beter dan op grotere afstand. Maximaal één vloer of muur tussen het modem en het apparaat. Maximaal circa 10 meter afstand. Loop met een mobiele apparaat rond en kijk tot hoever er nog een werkbare verbinding is.

4. Het draadloos signaal is gevoelig, soms helpt het al om het modem een aantal cm te verplaatsen zodat het signaal minder verstoord wordt door een obstakel.

Situatie in huis

Ieder huis is anders en heeft andere omgevingsinvloeden. Deze dynamische invloeden zorgen ervoor dat het modem soms beter een ander kanaal kan kiezen. Standaard staat het door Cernet geleverde modem op “automatische kanaalkeuze”. Deze optie is gemakkelijk te activeren door het modem een keer uit en na 10 seconden weer aan te zetten. Het modem selecteert dan automatisch het dan geldende beste kanaal. De netwerknaam en het wachtwoord blijven verder gelijk. Niet alle stoorzenders worden door het wifi-modem herkend. Blijf je problemen ervaren dan kan je ervoor kiezen om het kanaal op een vaste positie te zetten.

Hardware ter ondersteuning van de huidige wifi

Als alle reguliere oplossingen niet werken, kan er hardware aangeschaft worden ter ondersteuning en versterking van het wifi-signaal.
Optimaal is het wanneer alle apparatuur:
- beide frequentiebanden gelijktijdig kan uitzenden;
- wifi-verbindingstype minimaal 802.11N is.

Access point

Dit is als het ware een “kopie” van het modem. Het access point verbindt met een kabel (RJ45 UTP-kabel, minimaal cat5e of cat6) vanuit het modem. Door een access point op een andere verdieping (of kamer) te installeren heb je een tweede volledig wifi-uitzendpunt.

Range extender

Deze kan het bereik van jouw internet vergroten. Het internetsignaal wordt als het ware opgepakt en weer doorgestuurd. Het nadeel kan zijn dat de snelheid van de gehele wifi-ervaring minder wordt. De range extender dient geplaatst te worden op een locatie waar nog een goede internetverbinding is met het modem.

Powerplug

Door middel van de powerplug wordt het bestaande stroomnetwerk gebruikt om de data naar een andere verdieping te brengen: internet via het stopcontact. jij kunt een powerplug gebruiken met een access point als er geen mogelijkheid is om een UTP-kabel aan te leggen tussen het modem en waar het access point komt te staan. Omdat Cernet geen invloed heeft op de kwaliteit van het stroomnetwerk, is het zeer moeilijk aan te geven of dit met succes kan worden geïnstalleerd. De internetsnelheid zal met een powerplug beduidend minder zijn dan met een (UTP-)kabel.