Soorten internetaansluitingen

Om gebruik te maken van de mogelijkheden van het internet dient je computer verbonden te zijn met de door Cernet geleverde modem.

Cernet levert je een modem (een zogenaamd wifi-modem) waarmee je zowel bedraad als draadloos (wifi) verbinding kunt maken. je kunt je computer, laptop, tablet en/of smartphone dus op deze twee manieren aansluiten. Heb je een eigen (draadloze) router? dan kan je die ook aansluiten op het door Cernet geleverde modem.

Bedraad internet

Om te allen tijde het maximale uit je internetsnelheid te halen, is bedraad internet de beste optie. Gebruik als het kan altijd een netwerkkabel om je computer te verbinden met de modem. Jouw verbinding is dan minder gevoelig voor verstoring en daardoor sneller en stabieler.

Draadloos internet (wifi):
Met draadloos internet hoef je geen kabels op jouw computer aan te sluiten om verbinding met internet te krijgen. Bij een draadloze verbinding (wifi) heb je vele factoren die de snelheid en stabiliteit van de verbinding beïnvloeden. Doordat wifi veelvuldig gebruikt wordt, zijn er altijd wel andere apparaten die ook invloed hebben op jouw verbinding. Dit zijn zowel apparaten bij jouw binnenshuis als van de buren. Het aantal apparaten dat is aangesloten op je netwerk, Daarbij wordt de maximale snelheid voor al deze apparaten bepaald door het apparaat met de laagste wifi-standaard is ook beinvloedbaar.
kwaliteit Speelt ook een belangrijke rol in de optimale bereikbaarheid van het wifi-netwerk

Netwerksleutel voor de draadloze internetverbinding

Aan de onderkant van je modem of router zit een sticker. Op deze sticker vindt je de naam (SSID, de technische naam van een draadloze verbinding) en het wachtwoord van de draadloze verbinding, dit zijn de standaard instellingen. Onder het SSID staat de netwerksleutel. Je kunt deze gegevens ook vinden in de installatiehandleiding van je modem of router.
Sommige losse routers hebben standaard geen beveiliging middels een wachtwoord, deze moet je zelf aanzetten.

Instellen internetaansluiting bedraad
Bij bedraad internet dien je een goedgekeurde UTP-kabel te gebruiken. Heb je een abonnement met een snelheid boven 100 Mbps, dan dien je minimaal Cat5e of Cat6 kabel te gebruiken (Cat5 haalt maximaal 94Mbps). Om bedraad internet aan te sluiten dient je computer te zijn voorzien van een netwerkkaart. Controleer de maximale snelheid van je netwerkkaart.
Draadloos internet Cernet doet er alles aan om de veiligheid en privacy te beschermen bij draadloos internet. Daarom is het wifi-signaal beveiligd met een wachtwoord. Voor het aansluiten van draadloos internet heb je de naam van het draadloos netwerk (SSID) en het wachtwoord nodig. Beide staan altijd op de onderkant van de modem en/ of router.

Draadloze verbindingen worden uitgezonden via verschillende kanalen. je kan zelf kiezen welke frequentie en kanaal jij wilt gebruiken.
Frequentiebanden
Wifi-kanalen zijn verspreid over 2 frequentiebanden, namelijk 2.4GHz en 5GHz. Deze banden hebben verschillende voor- en nadelen. Oudere apparaten ondersteunen doorgaans alleen 2.4GHz. Veel nieuwe apparaten worden door beide ondersteund, of kunnen zelfs met allebei tegelijk werken.

Hieronder de voor- en nadelen per frequentieband:
Frequentieband Voordelen
2.4GHz
- Heeft een groter bereik.
- Gaat (iets) beter door muren en vloeren.
- Wordt door bijna alle apparaten ondersteund.

5 GHz
- Hogere snelheid en betere stabiliteit.
- Kanalen hebben geen overlap waardoor nauwelijks last van andere draadloze apparaten en netwerken (interferentie).

Nadelen
2.4GHz
Lagere snelheid en stabiliteit.
Kanalen overlappen elkaar en oa daardoor gevoeliger voor storingen door andere draadloze apparaten en netwerken (interferentie).

5 GHz
Gaat nauwelijks door muren en vloeren.
Heeft een kleiner bereik.
Door slechts deel van de apparaten ondersteund.

 

Welk wifi-kanaal moet ik kiezen?
Je kunt zelf kiezen welk kanaal jij wilt gebruiken. Welk kanaal voor jouw geschikt is, blijft afhankelijk van de thuissituatie. De beste methode is elke kanaal apart te proberen. Doordat externe factoren kunnen veranderen, kan het voorkomen dat je jouw wifi-kanaal vaker zal moeten aanpassen. Ook het tijdstip waarop je de verschillende kanalen test kan al van invloed zijn.


De frequentiebanden 2.4GHz en 5GHz kennen elk hun eigen aantal kanalen:

  • 2,4GHz heeft 13 kanalen. Deze hebben de nummers 1 tot en met 13. Deze kanalen overlappen elkaar waardoor je sneller last hebt van externe factoren.

  • 5GHz heeft 19 kanalen. De kanalen 36, 40, 44 en 48 zijn standaard. Deze kanalen overlappen elkaar niet. Hierdoor heb je minder snel last van andere 5Ghz netwerken. Afhankelijk van de wifi-modem of router kun je de andere kanalen kiezen.


  • Het kan zijn dat deze instelling niet de optimale verbinding verzorgt. jij kunt zelf de frequentie en het kanaal op elk gewenst moment wijzigen.
    Let op: Houd er rekening mee dat een draadloze verbinding altijd beïnvloed wordt door externe factoren, waardoor deze minder stabiel en snel is dan een bekabelde verbinding

    Houd bij het kiezen van de juiste frequentieband rekening met de volgende aanwijzingen:

    • Als je eigen router de mogelijkheid heeft om zowel 2.4GHz als 5GHz tegelijkertijd te gebruiken, dan is dit altijd aan te bevelen.

    • Moet je kiezen tussen 2.4GHz en 5GHz, controleer dan eerst of alle apparaten 5GHz aankunnen. Raadpleeg hiervoor de handleiding van die apparaten. Als sommige apparaten alleen 2.4GHz aankunnen, dan moet je 2.4GHz gebruiken.

    • Als alle apparaten 5GHz aankunnen, kunt je voor 5GHz kiezen. In dit geval is het formaat en bouwmateriaal van je huis van belang.

    • Heeft je huis meerdere verdiepingen, dan is 2.4GHz aan te bevelen. Ook als vloeren en muren van beton zijn is 2.4GHz sterk aan te raden.

    • Juist in oudere gebouwen met houten vloeren en bakstenen muren is 5GHz aan te raden, afhankelijk van het materiaal dat gebruikt is op de vloeren van de verdiepingen (bijvoorbeeld een aluminium ondervloer bij parket of laminaat).

    Er bestaan verschillende wifi-standaarden die ieder een eigen maximale internetsnelheid toestaan. Kijk hieronder welke wifi-standaard welke maximale snelheid heeft. Let er dus op dat je een draadloze router neemt met een wifi-standaard die jouw internetsnelheid ondersteunt.

    Frequentie     Wifi standaard     Snelheid    
    2.4 GHz 802.11b max. 11 Mbps
      802.11g max. 54 Mbps
      802.11n max. 150 Mbps
    5 GHz 802.11n max. 300 Mbps
      802.11ac max. 1,5 Gbps

    Het kan zijn dat jij jouw eigen losse router wilt blijven gebruiken. je kunt deze instellen als router maar mogelijk ook als Access Point. Wat is het verschil tussen de configuratie als losse router of als access point:

    Losse router:
    Het wifi-modem van Cernet wordt in bridgemode gezet. je wifi-modem is nu alleen nog maar een gewoon modem. je kunt dan nog maar één apparaat aansluiten (de losse router) en verder niets. De losse router is dus als het ware een verlenging van het modem geworden.

    Draadloos internet via een losse router Bij de meeste routers van het merk Sitecom en de Netgear WPN824 vindt je het SSID en het wachtwoord aan de onderkant van de router. Op de overige routers van Netgear zit standaard geen beveiliging. Als er toch om een netwerksleutel wordt gevraagd, lees dan in de handleiding van de router wat je moet doen.

    Access point
    Je sluit de Access Point bedraad aan met het wifi-modem van Cernet (beide in de LAN-poort). Je hebt zowel internet van het wifi-modem als van het access point. Hiermee vergroot je het bereik van het wifi-netwerk. Afhankelijk van jouw wensen kun je het Access Point boven plaatsen of op een andere locatie waar je anders lastig een goed wifi-signaal kunt ontvangen. Heb je met de Access Point ook de mogelijkheid om bedraad aan te sluiten, dan kan dat natuurlijk ook. je losse Access Point is als het ware een extra modem.

    Let op: losse routers kunnen vaak ook ingezet worden als Access Point. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de fabrikant. Afhankelijk van type en leverancier gaat dit met handmatige configuratie of via een menu.