Wifi-problemen oplossen
Het kan voorkomen dat uw thuissituatie zodanig is, dat uw draadloze internetsignaal niet optimaal werkt.
De volgende situaties komen daarbij voor:
Geen verbinding
Langzame of wegvallende (klapperende) verbinding
Als uw modem geen verbinding heeft, kunt u onderstaande stappen volgen:
1. Zet uw modem of mediabox uit en na 30 seconden weer aan. Wacht tot alle lampjes weer branden (power, DSL, online en wireless).
2. Controleer of de draadloze netwerkkaart (ook wel WLAN of Wifi genaamd) in uw computer is ingeschakeld in uw besturingssysteem (bij laptops wordt de netwerkkaart soms onbewust uitgezet door middel van een schuifje aan de zijkant).
3. Controleer of de software driver van uw draadloze netwerkkaart up to date is. Raadpleeg hiervoor de handleiding en/of de website van de fabrikant.
4. Heeft u bedraad aangesloten wel verbinding, wijzig dan het wifi kanaal van uw wifi-modem.
5. Controleer of u bent aangesloten op uw eigen wifi-netwerk.
6. Controleer of uw draadloze netwerkverbinding niet wordt geblokkeerd door uw firewall. Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie.
7. Wanneer de Modem laag in stand-by staat (de kleur op het display is rood), dan werken telefonie en internet via de Modem niet.
Cernet kan geen garanties geven over de snelheid van uw wifi-netwerk. Door beïnvloeding door externe factoren zal de snelheid lager liggen dan bij bedraad internet.
Als u een langzame of klapperende draadloze verbinding heeft, kunnen onderstaande situaties hier een oorzaak van zijn:
1. Controleer of u bent aangesloten op uw eigen wifi-netwerk. U kunt bijvoorbeeld zijn aangesloten op de wifi-spot van een van uw buren.
2. Controleer of u een snelle verbinding heeft als u dichter bij het wifi-modem bent. Hoe groter de afstand, hoe zwakker het signaal wordt. Een wifi-repeater kan helpen met het overbruggen van grotere afstanden.
3. Draadloos internet is een radiosignaal. Dit signaal kan verstoord worden door ander draadloos apparatuur waardoor de kwaliteit afneemt. Zet die dan ook niet te dicht in de buurt van het wifi-modem. Voorbeelden zijn; magnetrons, andere wifi-netwerken, kabelverlengers, digitale babyfoon, draadloos camerasysteem, bluetooth-apparaat, Dect telefoon (basisstation met één of meerder telefoons). Zet zoveel mogelijk draadloze apparaten tijdelijk uit, om te achterhalen of u deze het wifi-signaal verstoren.
Hoe minder obstakels tussen het wifi-modem en uw computer, hoe beter het signaal. Muren van gewapend beton, plafonds en grote metalen objecten (folie onder houtenvloerdelen).